De erfpachtconstructie Kampereiland

Gepubliceerd 12 december 2022 14:54 uur. Tekst: Albert Holtland. Foto's : Piet Bergstra

 

Naar nu blijkt, sneed de gemeenteraad zichzelf in 2017 in de vingers. Een overgrote meerderheid van de raad was voorstander van een erfpachtconstructie. De achterliggende gedachte was dat de boeren dan meer geld bij de bank zouden kunnen lenen. De Stadserven zag daarin geen brood en Albert Holtland en Nardus Koster waren destijds de enige raadsleden die tegen dat voorstel stemden. 

 

Op woensdag 30 november 2022 mocht de commissie zich buigen over het Uitvoeringsplan Kampereiland 2023. De Stadserven had dit ter uitvoering aan het college en de raad voorgelegd. De Beleidsvisie de Stadserven 2019-202 was al eerder (in 2017) door de gemeenteraad vastgesteld. Bij de vaststelling van het uitvoeringsplan ging het daarbij met name over het onderdeel 'invulling van een marktconforme retributie voor het recht-van-opstal voor burgerwoningen'.

 

Leencapaciteit

Wat wilde de gemeenteraad, op voorspraak van met name VVD, CDA en CU, ook alweer bereiken? Met erfpacht zouden de Kamper pachtboeren meer geld kunnen ophalen bij de banken, omdat ze het zakelijk recht van erfpacht als onderpand konden inzetten. Maar de banken weigerden. Banken kijken uiteraard wel naar het onderpand, maar nog meer naar de ‘terugbetaal-capaciteit’ en ‘afloscapaciteit’. Voor erfpachtrechten krijg je geen extra leencapaciteit.

 

Daarnaast is er het gevaar dat bij een eventueel faillissement er geen zekerheid bestaat dat de pachtrechten in Kampen blijven. Een curator heeft het recht (en zelfs een plicht) om een zo hoog mogelijke boedelopbrengst te genereren, zelfs van buiten Kampen. Wanneer erfpacht was ingesteld zou dat een administratief faillissement van Kampereiland NV kunnen betekenen. Immers, volgens de faillissementswet komt een onderneming die niet in staat is op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, in staat van faillissement te verkeren.

 

Zestig miljoen

Erfpacht ‘weggeven’ aan alle pachters van Kampereiland NV betekent dat alle pachters in één keer op de stoep kunnen staan om dat zakelijk recht te gelde te maken à raison van € 10.000,- per hectare. Dat zou betekenen dat Kampereiland NV een kas aan zou moeten houden van 6000 (ha) x € 10.000,- (erfpachtwaarde) = 60 mln. euro. Dat geld heeft Kampereiland NV niet en de grootaandeelhouder gemeente Kampen evenmin. Wat de raad destijds wilde kon gewoon niet. Men wilden niet luisteren naar het betoog van Albert Holtland in de raadsvergadering in 2017. Hij had daar nog nadrukkelijk op gewezen. Erfpacht werd dus opgenomen in het beleidsplan.

 

Twee problemen

Gelukkig is dat nu van de baan. Het kan niet, het werkt niet en het is geen oplossing voor de problematiek. Maar wat dan wel? Er zijn nu twee problemen. De boeren hebben te weinig financiële armslag en de bewoners van burgeropstallen (vaak leeggekomen agrarische bedrijven die nu door particulieren worden bewoond) worden geconfronteerd met een retributierecht voor de ondergrond. Dat is een soort huur voor de grond waarop het huis staat. Het eigendom van die grond blijft immers bij De Stadserven. Volgens de beleidsvisie moet die retributie ‘marktconform’ zijn. Marktconform is ± 3% van de vrije waarde en die wordt als bouwgrond getaxeerd. En bouwgrond is nu eenmaal veel duurder dan agrarische grond.

 

Daar waar die retributie nu zo’n € 800,- is per jaar, kan dat zomaar oplopen naar € 12.000,- als de ondergrond opnieuw gewaardeerd wordt. Daarover zijn inmiddels vragen gesteld door diverse raadsfracties. Zij geven aan dat ze het met die verhoging niet eens zijn. En terecht. Maar het is wel een uitvloeisel van een beleid dat ze zelf in gang hebben gezet. Geen enkele partij heeft tegen deze ‘marktconforme’ retributie gestemd. Echter déze uitwerking hadden ook wij (hoewel wij indertijd dus tegen stemden) niet voorzien. Dat moet gerepareerd worden.

 

Oplossing voor boeren: een apart fonds

Eerst even terug naar de beleidsvisie en het uitvoeringsplan. Die beleidsvisie is door een raadsmeerderheid vastgesteld. De rentmeester gaat die uitvoeren middels het uitvoeringsplan. Daarin staat dus geen erfpacht. Maar hoe kunnen we de boeren nu meer armslag geven? Wij denken aan het instellen van een fonds in een aparte vennootschap die onder Kampereiland NV wordt gehangen. Dat fonds kan dan worden gevuld met de middelen die we jaarlijks beschikbaar zouden stellen voor de invoering van de erfpacht. Die € 230.000,- per jaar, die vanuit de pachtopbrengsten aangewend zouden kunnen worden voor de invoering van erfpacht, kunnen we ook in een dergelijke BV stoppen. Met dat geld kunnen boeren worden ondersteund bv. door het verstrekken van korte leningen.

 

Daarnaast kan het fonds aangewend worden om zelf pachters uit te kopen en te zorgen dat het vrijkomende land onder aangrenzende pachters wordt verdeeld. Op die manier kan de bedrijfsgrootte positief worden beïnvloed. De verkrijgende boeren zouden dan weer een vergoeding moeten betalen voor het extra land dat ze krijgen, zodat het fonds in stand gehouden kan worden. Die betaling kan plaatsvinden onder de noemer ‘afrastering, sloten, landverbetering, hekwerk, et cetera.’ Een gang van zaken die nu ook reeds gehanteerd wordt, maar waar de rentmeester nu nagenoeg geen invloed op heeft. Met zo'n fonds zou die invloed wél verkregen kunnen worden.

 

Oplossing retributie burgerwoningen

Dan de retributie voor de burgerbewoning. Een oplossing hierin zou gevonden kunnen worden door de woonkavel te maximeren. En dan bedoelen we niet maximeren in totale oppervlakte, maar maximeren voor wat betreft de afmeting die we ‘bouwkavel’ noemen. Een vrijkomend erf wordt vaak aangeboden met 1 hectare omliggend land. De woning en enkele bijgebouwen staan echter op niet meer dan ± 700 m². De rest is en blijft grasland. Laat het retributierecht dan ook berekend worden over die huiskavel van max. 700 m², de resterende landerijen worden gepacht als agrarisch land. De prijs voor die huiskavel kan gesteld worden op € 100,- per m². Immers, er is al eens een afkoopprijs betaald voor de omzetting van de agrarische woning naar de burgerbestemming.

 

We sluiten hierbij meer aan bij het wonen op een industrieterrein waar ook extra voor betaald moet worden dan alleen de industrie-grondprijs (op Tasveld indertijd € 50.000,- extra) en wat we in de Koekoek doen als er tuinbouwgrond verkocht wordt met het recht van een woning. Ook daar wordt voor de ondergrond van de woning dan ook een extra prijs berekend.

Bij 700 m² bouwkavel en een prijs van € 100 p/m² wordt de retributieberekening dan 700 x 100 x 75% x 3% = € 1.575,- p/j, daar kan geen bezwaar tegen zijn, lijkt ons.

En dan nog even dit ...

 

In de statuten van Kampereiland NV staat dat er geen grond verkocht mag worden van het ‘Erfgoed der vaderen’. Toch blijkt dat er in 2016 aan de Buitendijksweg een kavel werd verkocht. Die kavel zou jaren te koop hebben gestaan en er zou veel reclame voor gemaakt zijn. De kavel werd onlangs opnieuw te koop gezet met de daarop inmiddels gebouwde woning. Het is inmiddels verkocht voor een bedrag van 1,75 mln. Daar willen we graag meer van weten.

 

Een eerste onderzoek heeft aangetoond dat er geen collegebesluit is om, in tegenspraak met de statuten, toch deze grond te gaan verkopen. Ook geen raadsbesluit. Een opiniërende nota over deze verkoop is ook nooit in de commissie geweest. Toch is er uit naam van het college een brief naar de rentmeester gegaan met de toestemming om dat perceel te mogen verkopen.  We gaan dit verder uitzoeken.